Mateman wint EK Roeifietsen
Het negende Europese Kampioenschap Roeifietsen dat plaats vond op en om het kunstmatige eiland Neeltje Jans in Zeeland is gewonnen door Martijn Mateman. Derk Thijs, bouwer en uitvinder van het rijwiel dat door de roeibeweging wordt aangedreven, eindigde op plaats twee. Op de mailinglijst is een verslagje verschenen, in het uitgebreide verhaal kunt u het verslag van de organisatie lezen. Zij hebben hier wat fotos staan.
Mateman ontpopte zich de laatste jaren al tot een veelbelovende opponent voor de gevestigde namen in de roeifietswereld. Tweevoudig olympisch roeikampioen Nico Rienks won brons. Een van de ruim zestig deelnemers aan de Open EK was toproeier Matthijs Vellenga, de beste nieuwe binnenkomer ooit.
Vellenga, olympisch zilver met de Holland Acht bij de Spelen van Athene en drievoudig medaillewinnaar bij WK's op het water, kwam tot plaats zeven. Hij eindigde één plaats boven rugbyinternational Arno Seijbel. Vellenga plaatste zich met de roeiers Geert Cirkel, Jan-Willem Gabriëls en Gijs Vermeulen voor de Spelen van Peking. Hij is op jacht naar olympisch goud. Vellenga: "Ik heb serieus overwogen toch niet te starten. Roeifietsen is op zich kinderlijk eenvoudig, maar het gaat enorm hard en je zit laag bij de grond. Als je niet goed in de pedalen geclickt zit, is het doodeng."
De toproeier kwam op het idee zich te melden voor de Europese Kampioenschap Roeifietsen nadat hij vorig jaar op website NLroei.nl luchtfoto's zag van het evenement. "De hele groep op de Oosterscheldekering, dat was mooi, daar wilde ik ook aan meedoen. De plaats van dit EK past bij de roeifiets, mooi, ingenieus en inventief, net als de Deltawerken zelf. Het is een goed apparaat voor powertraining."
De Europese Kampioenschappen Roeifietsen bestaan al jaren uit vier onderdelen, verdeeld over twee dagen. De roetsers –een compact woord voor roeifietsers– reden een Criterium (14 km), Sprints (333 m), een Uurrace en een Duurrace van 80 km. Door de combinatie van afstanden werd zowel het sprint als lange afstandvermogen van de roeiers beproefd. "Op de Brouwersdam, met een stevige wind in de rug bij vijftig kilometer in het uur, komt de roeifiets volledig tot zijn recht." De wind tijdens de lange afstandswedstrijd, het afsluitende spectakelstuk op de tweede dag, was zelfs zo sterk dat de tijden die in sprints (beiden windje mee) werden genoteerd nauwelijks onderdeden voor de eerste 35 kilometer van de lange long distance race. Vellenga was blij verrast toen bleek dat hij zich tachtig kilometer lang staande kon houden in de kopgroep van vier en uiteindelijk drie man. "Alleen bij wind tegen reed ik minder lang op kop dan de ervaren mannen, dan was het echt het moeilijk die snelle gasten bij te houden."
De wedstrijden van het EK Roeifietsen hebben veel meer het karakter van een wielerwedstrijd dan van een regatta. In een roeiboot volgt nadat de riemen in het water zijn geplaatst, een krachtexplosie. De roeibeweging op de fiets ziet er sierlijker uit. De fietser komt rustig, soepel en ogenschijnlijk moeiteloos vooruit. Vlak voor het begin van de haal moet de renner even uit het lange en smalle ligzadel komen. Armen en benen zijn met elkaar verbonden door een kabel, dus zonder ketting en kettingwielen. Een dyneema kabel brengt de kracht via boegspriet en wrijvingsarme spernaaf naar het achterwiel. De conische vorm van de naaf, de snek, zorgt ervoor dat naarmate benen en armen meer kracht leveren – aan het einde van de uittrap – automatisch en traploos het grootste verzet wordt gebruikt. Waar de boot de weerstand van water voelt, zoeft de fiets over het asfalt op weg naar een nieuwe haal.
Nico Rienks, Neerlands meest succesvolle roeier ooit, stond met de derde plaats ruim boven Vellenga. "Maar als hij de techniek onder de knie krijgt, wint hij de EK. Hij levert meer vermogen dan iedereen hier. Maar de gemiddelde deelnemer hier zijn mannen zonder auto, die per dag 150 kilometer afleggen op de roeifiets; stuk voor stuk rare bijzondere mensen. Voor mij is dit een mooie reden nog eens ergens aan mee te doen."
Maar hoe komt de inmiddels 45-jarige Rienks, die zelfs behoorlijk veel in de auto zit, dan tot een podiumplaats tussen de roeifietsspecialisten? "Ik ben heel geniepig. Ik zoek een goed zog. En ik kan goed sprinten. Als het een tijdrit zou zijn, zou ik na een half uur omkeren en lekker naar huis gaan."
Ook Derk Thijs, de voormalig zevenvoudig wereldkampioen windsurfen die het toernooi won in 1999, 2002 en in 2005 kwam tot goede uitslag maar deed niet meer mee met de allersterksten. Hij plaatste zich, anders dan Rienks, niet bij de beste acht sprinters. Thijs: "Daarom moest ik ze wat laten zien in de duurrace door die te winnen. Ik heb het echt geprobeerd in de sprint. Maar zeker vanuit stilstand, niet mijn sterkste punt." Volgens de sportpionier, die er van overtuigd is dat zelfs een vliegtuig aangedreven door de roeibeweging te bouwen is, rijden 'waterroeiers' vaak een te laag slagtempo. "Rienks had dat eerst ook. Ronald Florijn, zelfde verhaal. En bij Matthijs Vellenga zie je het ook nog. Op de roets doe je op de sprint meer dan 55 slagen per minuut. Op het water is 43 slagen al erg veel. Als je te laag zit, kom je er nooit meer bij."
Dan voeg ik daar gekscherend maar aan toe: "Maar ja, wat kan je van gasten die altijd achteruit varen nou helemaal verwachten?"
Vellenga, olympisch zilver met de Holland Acht bij de Spelen van Athene en drievoudig medaillewinnaar bij WK's op het water, kwam tot plaats zeven. Hij eindigde één plaats boven rugbyinternational Arno Seijbel. Vellenga plaatste zich met de roeiers Geert Cirkel, Jan-Willem Gabriëls en Gijs Vermeulen voor de Spelen van Peking. Hij is op jacht naar olympisch goud. Vellenga: "Ik heb serieus overwogen toch niet te starten. Roeifietsen is op zich kinderlijk eenvoudig, maar het gaat enorm hard en je zit laag bij de grond. Als je niet goed in de pedalen geclickt zit, is het doodeng."
De toproeier kwam op het idee zich te melden voor de Europese Kampioenschap Roeifietsen nadat hij vorig jaar op website NLroei.nl luchtfoto's zag van het evenement. "De hele groep op de Oosterscheldekering, dat was mooi, daar wilde ik ook aan meedoen. De plaats van dit EK past bij de roeifiets, mooi, ingenieus en inventief, net als de Deltawerken zelf. Het is een goed apparaat voor powertraining."
De Europese Kampioenschappen Roeifietsen bestaan al jaren uit vier onderdelen, verdeeld over twee dagen. De roetsers –een compact woord voor roeifietsers– reden een Criterium (14 km), Sprints (333 m), een Uurrace en een Duurrace van 80 km. Door de combinatie van afstanden werd zowel het sprint als lange afstandvermogen van de roeiers beproefd. "Op de Brouwersdam, met een stevige wind in de rug bij vijftig kilometer in het uur, komt de roeifiets volledig tot zijn recht." De wind tijdens de lange afstandswedstrijd, het afsluitende spectakelstuk op de tweede dag, was zelfs zo sterk dat de tijden die in sprints (beiden windje mee) werden genoteerd nauwelijks onderdeden voor de eerste 35 kilometer van de lange long distance race. Vellenga was blij verrast toen bleek dat hij zich tachtig kilometer lang staande kon houden in de kopgroep van vier en uiteindelijk drie man. "Alleen bij wind tegen reed ik minder lang op kop dan de ervaren mannen, dan was het echt het moeilijk die snelle gasten bij te houden."
De wedstrijden van het EK Roeifietsen hebben veel meer het karakter van een wielerwedstrijd dan van een regatta. In een roeiboot volgt nadat de riemen in het water zijn geplaatst, een krachtexplosie. De roeibeweging op de fiets ziet er sierlijker uit. De fietser komt rustig, soepel en ogenschijnlijk moeiteloos vooruit. Vlak voor het begin van de haal moet de renner even uit het lange en smalle ligzadel komen. Armen en benen zijn met elkaar verbonden door een kabel, dus zonder ketting en kettingwielen. Een dyneema kabel brengt de kracht via boegspriet en wrijvingsarme spernaaf naar het achterwiel. De conische vorm van de naaf, de snek, zorgt ervoor dat naarmate benen en armen meer kracht leveren – aan het einde van de uittrap – automatisch en traploos het grootste verzet wordt gebruikt. Waar de boot de weerstand van water voelt, zoeft de fiets over het asfalt op weg naar een nieuwe haal.
Nico Rienks, Neerlands meest succesvolle roeier ooit, stond met de derde plaats ruim boven Vellenga. "Maar als hij de techniek onder de knie krijgt, wint hij de EK. Hij levert meer vermogen dan iedereen hier. Maar de gemiddelde deelnemer hier zijn mannen zonder auto, die per dag 150 kilometer afleggen op de roeifiets; stuk voor stuk rare bijzondere mensen. Voor mij is dit een mooie reden nog eens ergens aan mee te doen."
Maar hoe komt de inmiddels 45-jarige Rienks, die zelfs behoorlijk veel in de auto zit, dan tot een podiumplaats tussen de roeifietsspecialisten? "Ik ben heel geniepig. Ik zoek een goed zog. En ik kan goed sprinten. Als het een tijdrit zou zijn, zou ik na een half uur omkeren en lekker naar huis gaan."
Ook Derk Thijs, de voormalig zevenvoudig wereldkampioen windsurfen die het toernooi won in 1999, 2002 en in 2005 kwam tot goede uitslag maar deed niet meer mee met de allersterksten. Hij plaatste zich, anders dan Rienks, niet bij de beste acht sprinters. Thijs: "Daarom moest ik ze wat laten zien in de duurrace door die te winnen. Ik heb het echt geprobeerd in de sprint. Maar zeker vanuit stilstand, niet mijn sterkste punt." Volgens de sportpionier, die er van overtuigd is dat zelfs een vliegtuig aangedreven door de roeibeweging te bouwen is, rijden 'waterroeiers' vaak een te laag slagtempo. "Rienks had dat eerst ook. Ronald Florijn, zelfde verhaal. En bij Matthijs Vellenga zie je het ook nog. Op de roets doe je op de sprint meer dan 55 slagen per minuut. Op het water is 43 slagen al erg veel. Als je te laag zit, kom je er nooit meer bij."
Dan voeg ik daar gekscherend maar aan toe: "Maar ja, wat kan je van gasten die altijd achteruit varen nou helemaal verwachten?"
Reacties
Er zijn nog geen reacties op dit bericht.
Als je een reactie op dit bericht wilt plaatsen, moet je eerst inloggen of registreren.