Wintercompetitie: Velodrome Sloten
Start: | Zondag 13 februari 2005 |
Locatie: | |
Meer info: | WeCo |
Website: | http://www.ligfiets.net/tijdwaar/location.php?id=2 |
Als afsluiting van de wintercompetitie 2004/2005 wordt er gereden op het velodrome in Sloten (Amsterdam).
Adres: Sloterweg 1045, Amsterdam
12.30-14.00 snelste ronde met vliegende start (binnen 5 ronden)
14.10-14.55 slakkenfinale criterium (max. 20 deelnemers)
15.00-15.45 hazenfinale criterium (max. 20 deelnemers)
16.00-16.30 just for fun: ploegentijdrit (eventueel in de vorm van een achtervolging)
16.30-17.00 prijsuitreiking en vertrek
Reglement
tandwielafscherming verplicht.
2. De uitslag van de tijdrit is bepalend voor de indeling bij het
criterium,
tenzij de jury anders beslist.
3. Afhankelijk van het aantal deelnemers en het tijdsverloop kan het
wedstrijddagprogramma worden aangepast.
4. De wedstrijden in het Sportpaleis Alkmaar op 12 december, in het
Velodrome op 13 februari en de wedstrijden op de kartbaan in Breda op 15
januari vormen samen het Winterklassement.
Jury
Richard Blom (organisatie)
Jan Limburg (organisatie)
Puntentelling
1e plaats 50 punten
2e plaats 47
3e plaats 45
4e plaats 44
5e plaats 43
6e plaats 42
7e plaats 41
8e t/m 46e steeds 1 punt minder
47e en lager 1 punt
Tot slot
Inschrijven
Registratie voor dit evenement is gesloten.
Reacties en verslagen
Het Slakkenperspectief.
De aanloop naar deze wedstrijd was een logistiek wedstrijdje. Eelke (Halbertsma) en ik hadden de smaak te pakken na de wielerbaan in Alkmaar en hadden ons al lang en breed aangemeld, maar vervoer was wat lastig. Ik zag geen kans een auto te lenen en Eelke heeft (nog) geen rijbewijs zodat hij afhankelijk is van zijn ouders voor vervoer. Die zijn vaak wel bereid, maar deze keer even niet. Robert (Blacquire) gaf blijk wel trek te hebben om de Sinner Spirit op een baan los te laten en hij heeft een vrij ruime auto, maar 3 personen en drie fietsen was wellicht toch wat krap. De vrijdagavond vóór de wedstrijd sprak ik Anton Luijtink, die ook gegrepen werd door het wedstrijdvirus en eventueel met de trein wilde gaan. Na wat heen en weer gemail en gebel is de conclusie getrokken dat we best wel een kar konden huren. Dat leverde Robert nog heel wat gedoe op, omdat de stekker van zijn auto niet deugde. Zaterdagmiddag moesten hemel en aarde nog bewogen worden, maar het lukte. Het Huneligger Racing Team kon de reis aanvaarden.
Zondag zijn we op tijd vertrokken, want er moest een hele rondrit gemaakt worden om iedereen op te halen en de fietsen in te laden, Assen-Nooitgedacht-Groningen-Marum en dan via de polders naar Amsterdam. Eigenlijk wilden we de ledenvergadering bijwonen, maar enkele files (de Auto-Rai en 2 ongelukken door gladheid) gaven teveel vertraging. Rond kwart over 11 kwamen we aan en prepareerden we onze fietsen. Onderweg in de auto al wat gegeten en omdat ik geen water meeneem op de fiets nam ik ook regelmatig een slok vooraf.
Ik was benieuwd wat mijn modificaties aan Pacman op zouden leveren. Op de Wielerbaan Alkmaar werd duidelijk dat de zit wel erg extreem was. De zithoek heb ik dus iets verhoogd, maar niet meer dan absoluut nodig om een beetje redelijk over het stuur te kunnen kijken. Maar niet alleen het stuur bemoeilijkte het zicht, mijn blik trof ook de kabel van de shifter, waardoor ik een beetje dubbel ging zien. Niet zo fijn. Ook de breedte van het T-vormige stuur was ik niet helemaal tevreden over: ik stootte in de bochten met mijn knie ertegenaan en dat is niet bepaald bevorderlijk voor de koersvastheid en al helemaal niet voor mijn gemoedsrust. Ik had na het criterium in Alkmaar meer pijn in mijn armen van het krampachtige sturen, dan in mijn benen.
Ik zag ter plekke diverse supersmalle U-vormige stuurtjes en besloot dat dat ook voor mij de oplossing zou kunnen zijn. Met wat zaagwerk en stuurlint en 3 bar-ends (twee naar boven gericht en één naar beneden voor de remhandel) was dat simpel te realiseren. De push-pull shifter heb ik omgeruild voor een indexloze topshifter en daar ben ik best tevreden over. In een proefritje over natte wegen (getver) werd duidelijk dat dit een hele verbetering was. Pacman was klaar voor Sloten en ik ook.
Eerst werd er een individuele sprint gereden over 5 ronden, ofwel één km. De snelste ronde was maatgevend voor de indeling van het "koningsnummer": het criterium van 45 minuten, maar is op zich al belangrijk omdat het punten oplevert voor het winterklassement. Sprinten is niet mijn sterke kant, ik heb tijd nodig om op stoom te komen. De erg vlakke ligpositie op mijn zitje maakt het er niet beter op. Als ik veel kracht zet, wordt ik haast uit het zitje gedrukt. Met een 22e plek kwam ik in aanmerking voor het Slakkencriterium.
Na de start kwam ik zoals gewoonlijk wat traag op gang, maar al snel wist ik het grootste deel van het veld in te halen. Nu was het zaak om mijn direkte tegenstanders te identificeren. De eerste diende zich na 5 minuten al aan in de vorm van een volledig gestroomlijnde tweewieler. Dat bleek achteraf de bij de Hazen ingedeelde Camin Vermeer te zijn met een kloon van Ton Valk's stroomlijner. Op eigen verzoek was hij bij de slakken ingedeeld omdat hij zich door een recent griepje niet echt jofel voelde. Daar bleek voorlopig niets van, want hij stoomde me vrolijk voorbij. Op dat moment kon ik nog niet versnellen en hij wist zelfs nog een extra ronde te pakken. Toen heb ik me wel uit alle macht aangeklampt en dat lukte. Camin was daar niet blij mee en probeerde door telkens te versnellen me los te rijden. Overnemen was er niet bij voor me; ik had alle kracht nodig om er bij te blijven. Na iets van 10 minuten kreeg hij het toch voor elkaar, ik was even niet bij de les en weg was Camin. Ik kon nu niet meer in de windschaduw rijden en moest het tempo iets laten zakken om het vol te kunnen houden. Intussen begreep ik van de speaker dat ik in derde positie lag, maar wie was dan degene die tussen Camin en mij reed? Die kon niet meer dan een ronde voor me liggen, want ik had niemand anders dan Camin langs zien komen. Dat was een motivatie om flink door te blijven rijden.
Tot mijn verbazing zag ik dat halverwege de race, ik Camin toch weer in het vizier kreeg. De man met de hamer sloeg genadeloos toe en hij moest zelfs opgeven. Nu was ik dus nummer 2 en kreeg al gauw in de gaten wie nummer één was. Guus (van Schoot) kwam me voorbij met zijn opvallende paarse Hurricane. Ha, dat was een misrekening van hem, want hoewel ik hem nog even moest laten gaan kon ik al snel bij hem aanhaken en weer wat uitpuffen in de luwte. Maar ik was natuurlijk nog wel een ronde achter op Guus, dus moest er wat ondernemen worden. Ik kreeg de indruk dat Guus' snelheid langzaam wat afnam dus ik wachtte mijn kans af totdat ik gunstig uit de bocht kwam en hem voorbij kon sprinten. Het is helaas niet zo gemakkelijk voor me om achterom te kijken om te zien wat mijn tegenstander doet, dus ik stoomde flink door. Uit de reakties van het publiek en de halfverstaanbare woorden van de speaker kreeg ik de indruk dat ik Guus inderdaad losgereden had. Nu was het zaak om flink door te rijden, want ik had niet veel tijd meer om die ronde achterstand goed te maken. Zou het gaan lukken? Ik voelde me nog steeds groeien in de wedstrijd en kon mijn snelheid goed op peil houden. Mijn inspanning werd beloond: 6 minuten voor het einde zag ik Guus weer vóór me en zag dat ik met een flinke tempoversnelling in staat moest zijn "erop en erover" te gaan en de leiding over te nemen. Het bleef me meezitten want ondanks waarschuwingen van Guus' aanhang, zag hij geen kans om aan te klampen. Toch was ik niet echt gerust op wat hij nog zou gaan doen in de laatste minuten. In de laatste ronden heb ik nog flink aangezet. In de allerlaatste ronde maakte ik zelfs mijn snelste rondetijd. Ik mocht me de snelste Slak noemen :o . Een grafisch beeld van de strijd tussen Camin, Guus en mij (de rechte rode lijn): grafiek De baanlengte is 0,2 km en zo kun je zien in de grafiek, waar we gelijk op reden, daar zijn de lijnen evenwijdig. Een voorsprong van 0,2 km betekent 1 ronde voorsprong.
De felicitaties van Frans van Schoot direkt na de finish deden me goed; tenslotte had ik zijn zoon verslagen. Hij waarschuwde me wel dat het weleens de laatste keer kon zijn dat ik dit presteerde. De jeugd heeft nu eenmaal de toekomst. In de einduitslagen had ik nog een aantal hazen voorbijgestreefd; zo werd ik 11e in de einduitslag van beide criteriums. Ymte had het Hazecriterium nipt gewonnen van de tandem van Allert en John met zijn Kuifjeraket-fiets, die nu uitgerust was met de Razz-Fazz stroomlijn, en ook Ton Valk eindigde hoog, dus de voorwielaangedreven lowracers deden het prima. Ook mede-Huneligger Eelke Halbertsma reed een geweldige race tussen de Hazen. Hij moet wel wat beter op zijn rijstijl gaan letten want hij snijdt nogal eens degenen die hij inhaalt. Dat is te voorkomen door even opzij te kijken, voor je naar links zwenkt. Het was ook een stuurmansfout waardoor hij op een gegeven moment in een slip kwam. Door deze zwieper liep de ketting daarna onder de rem door en Eelke moest zelfs stoppen om dit op te lossen. Jammer, want het had nog een interessante strijd kunnen worden met "eeuwige rivaal" Marcel van Eijk. Eelke werd zo zevende met een ronde achterstand op Marcel.
Dit was verreweg het spannendste criterium dat ik tot nu toe gereden heb. Ik moet zeggen dat ik de charme ervan in begin te zien, dat het een andere rijstijl vergt (takketiek) en dat het minstens zo leuk is als een tijdrit. Bepalend is natuurlijk dat er een aantal gelijkwaardige tegenstanders zijn. Ik hoop dus maar dat volgende wedstrijden net zo goed bezocht worden als deze en dat ze vooral ook weer veel publiek meenemen om de rijders aan te moedigen.
Er was nog een toetje in de vorm van een ploegentijdrit van 15 rondes. Naar gelang van onze snelheid werden we ingedeeld in groepjes van 4 gelijkwaardige rijders. In ons geval dus 5, want we hadden de tandem erbij, bemand/vrouwd door Richard Blom en dochter (of is ze een nichtje?) Sabrina van Jan Limburg, die zelf ziek thuis moest blijven. Richard gaf ons goede instructies en we reden netjes zoals hij aangaf: 2 rondjes op kop rijden, dan, door in een bocht naar boven te sturen, de anderen voorbij laten gaan en weer achter aansluiten. Een snelle rit werd het niet door wat misverstand hoe snel we konden rijden als groep, maar wel een technisch prima uitgevoerde. Ook heel leuk om te ervaren (en nog eens weer te doen). Bij de andere groepen ging het niet altijd helemaal naar wens. Anton, met zijn splinternieuwe 2x26" Shockproof, kwam na de eigenlijke tijdrit in aanvaring met Ellen, die een onverwachte manouvre maakte. Beiden belandden in de boarding aan de binnenkant, maar de schade aan mens en machine was gelukkig beperkt.
mars op do 17 feb 2005 om 00:00
Vandaag was een flinke delegatie van de Huneliggers naar Sloten getogen om daar hun kunnen te laten zien in het Velodrome. De noordelijke delegatie (Anton, Harry, Robert en Eelke) wisten de ALV te missen door in de file te gaan rijden, maar waren wel op tijd voor de wedstrijden. Ikzelf kwam vanuit het midden van het land, zonder files, en heb nog wel het grootste deel van de ALV meegemaakt.
De glimmende titanium shockproof van Anton trok voldoende aandacht, maar of dit de snelheid ten goede kwam, durf ik hier niet te zeggen. In de voorrrondes moest een snelle ronde neergezet worden op de 200 m lange baan; daarvoor mocht je vijf ronden rijden. Voor de langzame starters onder ons was dit een moeilijke opgave, wat ertoe leidde dat Harry, Anton en Robert zich kwalificeerden voor de slakkenfinale. Eelke en ik mochten ons bewijzen in de Hazenfinale.
Van de wedstrijd in Alkmaar wisten we al dat Walter en Eric ongeveer dezelfde snelheid konden halen, dus die moetsen we in de gaten houden. Eelke ging snel van start om een gat te slaan, wat goed lukte doordat we Eric al vrij snel op een ronde gezet hadden. Daarna nam ik kop over, die ik eerder had moeten afgeven; op een gegeven moment kwam de kopgroep ons namelijk voorbij en Eelke en Walter wisten daarbij aan te pikken, terwijl ik het net niet redde. Ruime tijd later kwam Eelke weer achterop, ondertussen gelost door de kopgroep. Van daaraf hebben we een tijd samen gereden totdat Eelke, waarschijnlijk door een korte slip, zijn ketting vast liet lopen op de voorrem en daarom even moest stoppen. Ik zag dat pas later, omdat ik op dat moment op kop reed. Hiermee was Eelke zijn ronde voorsprong (voor mij gelukkig) weer kwijt. Walter was inmiddels door te weinig eten ingezakt, zodat ik voor hem niet meer bang hoefde te zijn. Eelke reed inmiddels een halve ronde achter mij en in eerste instrantie liep hij op mij in, maar later kon ik hem op de rug kijken. De laatste 10 minuten reed Eric achter mij, maar hij had niet in de gaten dat hij al op een ronde gezet was, dus voor de eindsprint hoefde ik niet bang te zijn. Na de finish (zesde plek voor mij), waar Eric mij net voor was, verontschuldigde hij zich voor het niet overnemen van kop; ik zei hem toen dat hij toch al op een ronde stond; hij keek een beetje beteuterd ;-) Eelke baalde duidelijk van de pech met zijn ketting, maar kan toch tevreden zijn op zijn zevende plaats.
Een mooie grafiek van de strijd tussen Eelke, Eric, Walter en mezelf staat hier.